Ga naar hoofdinhoud
Companion logo

Companion instellen

De handleiding beschrijft de stappen om Companion External Control in te stellen op de SmartgridOne Controller.

Bij het instellen van deze integratie wordt toestemming verleend aan Companion om de benodigde apparaten te bedienen.

Ondersteunde Apparaten

Device TypeVariantsOndersteund
Zonne-omvormersAlle
Opslagapparaten
EV-opladers

Ondersteunde Landen

CountryOndersteund
België
Nederland

Voorwaarden

1. Voeg de batterijen toe

Log in op de inbedrijfstellingsinterface en zorg ervoor dat de apparaten zijn toegevoegd aan de SmartgridOne Controller.

2. Controleer de netspanning limieten

In de instellingen moeten de limieten voor netspanning correct zijn ingesteld. Klik op Instellingen en controleer de gemarkeerde instelling in de afbeelding. Pas de instellingen indien nodig aan.

Voeg 'Companion - Externe Controle' toe

Image 1
Image 1

Op de volgende pagina heb je de optie om apparaten voor externe controle op te nemen/excluderen. Zorg ervoor dat je alle selectievakjes van de apparaten die je wilt opnemen, aanvinkt.

info

Bij het gebruik van meerdere batterijen worden ze samengevoegd tot één (virtueel) activum voor Companion.

Image 1

'Companion' is nu ingesteld op de SmartgridOne Controller.